Start to Sing met Joseph
Uit volle borst of met een klein hartje, met de neus in een zangboek of gewoon uit het hoofd, zingen doet iedereen op geheel eigen wijze. Dat geldt ook voor Joseph Yankson (28), koorzanger bij het koor van Theater van A tot Z en de productie 'Dag vreemde man'. Zijn intrede in het koor leek meer op een plot uit F.C. De Kampioenen dan op een bewuste keuze – maar hoe dan ook: alle wegen leiden naar samen zingen!
Joseph: ‘Door een grappig misverstand ben ik bij Theater van A tot Z beland. Ongeveer 3,5 jaar geleden volgde ik in Kortrijk een cursus Nederlands. Mijn lerares zei vanaf het begin: ‘Jullie moeten zinnen maken met de nieuwe woorden die we leren.’ Na een paar weken les! Ik kende bijna geen enkel woord Nederlands, laat staan hoe ik het moest uitspreken. Maar het woord 'zing' kon ik wel gemakkelijk zeggen. Dus zei ik in de klas: ‘Ik zing graag, ik dans graag.’ Dat was eigenlijk niet waar (lacht). Ik begreep de woorden nog niet volledig, maar mijn uitspraak klonk goed. Mijn lerares dacht dat ik echt zong en zei achteraf: ‘Joseph, ik heb iets voor jou. Er zijn audities bij Theater van A tot Z.’ Ik durfde haar de waarheid niet vertellen en ben gewoon naar de auditie gegaan...’
Wat een gewaagde stap! Dus je koos liever voor een auditie dan toe te geven dat het om een misverstand ging?
Joseph: ‘Ik was ontzettend verlegen en ik had veel stress. Er waren veel kandidaten en een jury van vijf mensen achter een tafel, net als in talentenshows op tv. Ik moest mezelf voorstellen en daarna twee liedjes zingen. Ik koos Me Ne Woa van King Promise, een artiest uit mijn vaderland Ghana. Daarnaast moest ik verplicht een Nederlandstalig nummer brengen: Gelukkig zijn van Ann Christy. Het was de allereerste keer dat ik voor mensen zong. Ik had nul ervaring, maar kijk… ze hebben me toch gekozen (lacht).’
Jullie brachten veel Nederlandstalige nummers in de show. Ben je intussen fan van Belgische artiesten?
Joseph: ‘Ja, van Noordkaap ben ik grote fan. Ik heb Stijn Meuris ook ontmoet op Brussel Danst. Maar mijn grootste idool is Pommelien Thijs. Met het koor zingen we Nu wij niet meer praten, en intussen ken ik ook veel van haar andere liedjes: Ongewoon, Atlas, Ik zit vast, Kleine tornado… Ik leer de teksten thuis en zing ze mee. Mijn lerares zegt altijd: naar Belgische muziek luisteren is een heel goede manier om de taal te leren.’
Merk je dat je Nederlands daardoor vooruit is gegaan?
Joseph: ‘Zeker! Muziek helpt enorm: je leert uitspraak, betekenis en onthoudt de woorden veel beter. Ik heb intensief Nederlands gestudeerd en begrijp bijna alles wat mensen zeggen. Of ik nu in Leuven, Gent of Brussel ben, dat lukt prima. Alleen… als ik in Kortrijk buiten de klas kom, versta ik niemand. West-Vlaams is zó moeilijk (lacht).’
Je bent nu 3,5 jaar in België en een beetje per ongeluk in het koor beland. Wat heeft het je bijgebracht?
Joseph: ‘Ik ben dankbaar voor alle steun, vooral van regisseur Peter Schoenaerts. Hij heeft niet alleen een productie gemaakt, maar ook een familie gecreëerd. We hebben bijna drie jaar samen op het podium gestaan met de voorstelling Dag Vreemde Man. Onderweg carpoolden we, zingend in de auto, al waren we na de voorstellingen vaak te moe om nog te zingen (lacht). Na elke show begroetten we het publiek en praatten we met hen. Soms kwamen kinderen met boekjes om onze handtekening te vragen. Ze zien ons als beroemdheden – dat vond ik grappig. De voorstelling staat nu op pauze maar de vriendschappen die ik eruit heb gehaald zeker niet. Ik zie en hoor de andere zangers nog regelmatig.’
Peter heeft niet alleen een productie gemaakt maar ook een familie. We hebben bijna drie jaar samen op het podium gestaan.
Tekst: Greet Verhaert
